Het Morele Brein

Het morele brein

 

Een geschiedenis over de plaats van moraal in onze hersenen

 

 

 

Vanaf het einde van de achttiende eeuw speculeren medische wetenschappers over het bestaan van een ‘moreel orgaan’ of een ‘ethisch centrum’ in het brein. Aangemoedigd door medische ontdekkingen, opmerkelijke klinische casussen of mentale aandoeningen en nieuwe technologieën hadden zelfs vooraanstaande neurowetenschappers, waaronder Paul Flechsig, Arthur Van Gehuchten en Oskar Vogt, de ambitie om moraliteit in het menselijk brein te lokaliseren. In hun publicaties leest men allerlei ernstige voorstellen. Niettemin was die hele onderneming ook onderwerp van spot. Critici vonden dit een frenologische droom die tot mislukken was gedoemd. Zij noemden die pogingen belachelijk, grotesk of tijdverlies. Het ganse project getuigde van wetenschappelijke onbekwaamheid.

Vandaag is het onderzoek naar het morele brein terug. Op dit ogenblik brengen specialisten wereldwijd met behulp van nieuwe beeldtechnieken hersenprocessen in kaart die ze verantwoordelijk achten voor het opwekken van morele gevoelens, het verwerven van sociale kennis of het tot stand komen van antisociaal gedrag. Momenteel weet niemand welke richting dit onderzoek uitgaat. Volgt er opnieuw een ontgoocheling of volgt er een echte doorbraak waardoor menselijke moraliteit in de toekomst een medisch manipuleerbaar verschijnsel wordt?

Dit boek brengt de geschiedenis van de zoektocht naar de plaats van de moraal tussen 1800 en 1930. Deze studie vertelt over hoe het oude geweten een moreel zintuig werd en plaatst de vaak verrassende lokalisaties van onze moraal in hun historische context. Dit boek handelt over de soms nauwe grens tussen wetenschap en science fiction in een project dat lang vergeten onderzoekers deed en eigentijdse nog steeds doet dromen.

Dit boek verscheen bij Garant (2006). Een Engelse vertaling van Het morele brein verscheen bij Springer en werd mogelijk gemaakt dankzij het FWO.